Het is erg leuk en makkelijk om verloopgaren te gebruiken als je een mandala gaat haken. Echter loop ik zelf vaak tegen het ‘probleem’ aan dat er veel meer garen op de bol zit dan dat je daadwerkelijk nodig hebt. Herkenbaar? Lees snel verder, ik zal vertellen hoe ik ermee omga.
Deze blogpost bevat affiliate links. Lees hier wat dat betekent.
Mandala haken met verloopgaren
Ik gebruik vaak Scheepjes Whirl of Hobbii Sultan/Twister voor mijn mandala’s. Een overzicht van al het garen dat ik graag voor mandala’s gebruik, vind je hier. Op de Whirl en Twister zit zo’n 1000 meter, op de Sultan 800 meter. Van de bollen van 1000 meter hou ik altijd wat over; zelfs bij een mandala van 1 meter. Als je een grotere mandala maakt, dan lukt het misschien wel om de hele bol te gebruiken, maar dit heb ik zelf nog niet getest.
De Sultan van 800 meter zou ongeveer voldoende moeten zijn voor een mandala van 1 meter. Maar over het algemeen hou ik vaak garen over, zeker als ik een kleinere mandala haak (80cm of 50cm bijvoorbeeld). Ik heb vaak de vraag gekregen hoe je er dan tΓ³ch voor kan zorgen dat alle kleuren in de mandala aanwezig zijn.
Je kan het op gevoel doen, maar dan loop je het risico dat de kleuren niet mooi verdeeld zijn. Daarom heb ik iets verzonnen waardoor je ervoor kan zorgen dat de verdeling toch evenredig is, zie de volgende stappen:
Stap 1: reken uit hoeveel kleurwisselingen er in jouw bol zitten. Kenmerkend voor garen met kleurverloop is dat het garen meestal bestaat uit een aantal draden (4 in het geval van Hobbii Sultan, 6 in het geval van Scheepjes Whirl). Om het kleurverloop zo geleidelijk mogelijk te laten gaan, wisselt steeds één van de draadjes van kleur, tot de kleur volledig veranderd is.
Voorbeeld: als je naar Scheepjes Whirl Rosewater Cocktail kijkt, zie je dat er 6 kleuren in zitten (geel, roze, donkerder roze, paars, lichtblauw en donkerblauw). Een draad bestaat uit 6 losse draden, waarvan er elke keer één in een nieuwe kleur overgaat. De verdeling is dan als volgt:
- Geel: effen, geen kleurwissel (telt als 1 kleur)
- Geel met roze: 5 wisselingen
- Roze met donkerder roze: 5 wisselingen
- Donkerder roze met paars: 5 wisselingen
- Paars met lichtblauw: 5 wisselingen
- Lichtblauw met donkerblauw: 5 wisselingen
- Donkerblauw: effen, geen kleurwissel (telt als 1 kleur)
Het totaal van aantal kleuren/kleurwissels is dus 27. Dit houdt in dat je in ieder geval een patroon van minstens 27 toeren nodig hebt als je iedere toer van kleur wil wisselen.
Let op: iedere bol heeft een eigen kleurverloop, dus kijk hier goed naar.
Stap 2: zodra je weet hoeveel kleurwissels er in jouw bol zitten, kan je uitrekenen uit hoe je de kleurwissels over het aantal toeren verdeelt. Zoals ik hierboven al aangeef, moet je patroon minstens uit het aantal toeren bestaan dat gelijk staat aan het aantal kleurwissels als je iedere toer van kleur wil wisselen. Ik zou in ieder geval ernaar streven om minimaal één volledige toer per kleur te haken. Anders komt het kleurverloop niet mooi uit.
Als jouw patroon uit 54 toeren bestaat, zou je in het geval van een bol met 27 kleuren dus met iedere kleur 2 toeren kunnen haken. Als je patroon uit meer toeren bestaat maar niet gelijk is aan een meervoud van het aantal kleurwissels, 30 toeren bijvoorbeeld, zou je ervoor kunnen kiezen om meer toeren met de begin- en eindkleuren te haken. Bestaat jouw patroon uit minder dan 27 toeren, dan kan je er natuurlijk voor kiezen om een of meerdere van de begin- of eindkleuren weg te laten.
Bij een mandala van 50cm kan je waarschijnlijk 2 mandala’s uit de bol halen. Dan kan het leuk zijn om de bol over de twee mandala’s te verdelen, zodat de één in de ander overloopt.
Cakejes maken met wolwinder
Sinds kort heb ik een wolwinder aangeschaft. Ik heb deze van Knitpro gekocht. Met deze wolwinder kan ik de restjes die ik er tussenuit heb gehaald, weer tot een mooi bolletje maken. Ik begin met de eerste kleur, en zodra die bijna helemaal is opgewonden, knoop ik de volgende kleur vast en ga ik weer verder met opwinden. Echt ideaal, en de cakejes zien er super leuk uit! π